Evaluatie 2016-2020

Gezaghebbend en onafhankelijk, maar communicatie kan beter

In 2021 is de evaluatie van de COGEM over de periode 2016-2020 gepubliceerd en door de minister van IenW aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden. In de wet milieubeheer is namelijk vastgelegd dat de COGEM elke vier jaar geëvalueerd dient te worden. De evaluatie omhelst de taak, samenstelling, inrichting en werkwijze van de COGEM. De evaluatie 2020 is uitgevoerd door het externe onderzoeksbureau Kwinkgroep.

In het rapport concludeert Kwinkgroep dat de COGEM veel expertise bezit, gezaghebbend is en aandacht heeft voor de waarborging van onafhankelijkheid bij de totstandkoming van haar adviezen. In de evaluatie wordt opgemerkt dat de COGEM ook in Europa als zeer gezaghebbend wordt gezien en dat COGEM-adviezen gebruikt worden in internationale gremia. In het rapport wordt dan ook de conclusie getrokken: ‘De COGEM levert zorgvuldige adviezen op van hoge kwaliteit over maatschappelijk relevante onderwerpen’ (Evaluatierapport Kwinkgroep, p. 20).

De COGEM wordt wel aanbevolen om de interactie met het Ministerie van IenW en met het werkveld verder te verbeteren en om een beter inzicht te krijgen in de doorwerking van publicaties. De Kwinkgroep raadt verder aan om meer leden te betrekken uit ngo’s of het bedrijfsleven. Ze ziet kansen om de expertise van de COGEM beter te (laten) benutten door de verbindingen met relevante organisaties buiten de COGEM te zoeken en/of te versterken.

De COGEM onderschrijft de conclusies in het evaluatierapport en neemt de aanbevelingen ter harte.  Ze deelt de conclusie dat ze beter inzicht zou kunnen krijgen in de doorwerking van haar publicaties en informeerde de toenmalige minister van IenW dat, samen met haar ministerie, de eerste stappen al zijn gezet zijn om dit te verbeteren. De commissie is echter terughoudend met het betrekken van leden uit ngo’s of het bedrijfsleven, ondanks de mogelijke meerwaarde van de kennis die zich in daar bevindt, om de onafhankelijkheid van de COGEM te kunnen blijven waarborgen en eventuele belangenverstrengeling te voorkomen. De commissie zal naar andere wegen zoeken om de verbinding te zoeken en aanwezige kennis bij deze organisaties te ontsluiten.

In haar reactie op de evaluatie in een brief aan de Tweede Kamer, verwacht de Minister van IenW dat de adviezen van de COGEM ook in de toekomst een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de ontwikkeling en uitvoering van het biotechnologiebeleid, gezien de vele biotechnologische ontwikkelingen. Ze noemt dat de aanbevelingen verder met de COGEM zullen worden besproken, zoals inmiddels ook is gedaan.