De wettelijke taken van de COGEM

 

De COGEM is het wetenschappelijk adviesorgaan van de regering inzake genetische modificatie. Het werkveld van de COGEM omvat alle gebieden in de biotechnologie, van landbouw tot medische toepassingen en van laboratoria tot grootschalige en commerciële introductie van ggo’s. De COGEM adviseert niet over voedsel- of veevoederveiligheidsvraagstukken, of over mogelijke risico’s voor proefpersonen en patiënten bij klinische studies of toelating van medische producten.

De taken van de COGEM zijn vastgelegd in de Wet Milieubeheer (artikel 2.27). De COGEM heeft een adviserende en informerende taak:

  1. De commissie heeft tot taak de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) op diens verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de indeling van risicogroepen bij vervaardiging en handelingen met ggo’s. En te adviseren over de veiligheidsmaatregelen die m.b.t. de onderscheiden risicogroepen ter bescherming van mens en milieu moeten worden getroffen, inbegrepen de eisen die aan deskundigheid van bij de werkzaamheden betrokken personen moeten worden gesteld.
    De COGEM heeft voorts tot taak om de Inspectie Leefomgeving en Transport, die belast is met het toezicht op werkzaamheden met ggo’s, te adviseren met betrekking tot dat toezicht.
  1. Op verzoek van de minister van IenW of andere betrokken ministers, dan wel uit eigen beweging informeert de COGEM de betrokken minister indien aan genetische modificatie ethische of maatschappelijke aspecten zijn verbonden die naar oordeel van de COGEM van belang zijn.

 

Werkzaamheden

Adviserende taak

Bij de adviezen kan een onderscheid gemaakt tussen het type van vergunning of kennisgeving waarover het advies gaat: Ingeperkt Gebruik, Introductie in het Milieu, en Markttoelatingen.

  • Vergunningen en kennisgevingen over Ingeperkt Gebruik betreffen experimenten die in laboratoria, dierverblijven of kassen e.d. plaatsvinden. Het Bureau ggo, een onderdeel van het RIVM, is hierbij de door IenW gemandateerde vergunningverlener. Het merendeel van de aanvragen wordt door het Bureau ggo afgehandeld. Alleen aanvragen die niet binnen de vastgelegde procedures vallen zoals experimenten met nieuwe typen organismen, verzoek tot omlaagschaling etc. worden aan de COGEM voorgelegd. Ook adviseert de COGEM soms ongevraagd met als doel de vergunningverlening te helpen stroomlijnen of als er milieurisico’s zijn geïdentificeerd bij een nieuw type experimenten. Bij gevraagde adviezen over vergunningaanvragen heeft de COGEM een deadline van 14 dagen.
  • Introductie in het Milieu zijn alle vergunningaanvragen waarbij experimenten met ggo’s worden gedaan buiten ingeperkte ruimtes zoals veldproeven en gentherapie-studies. Het Bureau ggo bereidt de vergunningen voor. De COGEM adviseert over alle vergunningaanvragen. Ze adviseert in de ter inzage periode van zes weken.
  • Markttoelatingen zijn vergunningen voor commerciële activiteiten met ggo’s. In tegenstelling tot Ingeperkt Gebruik en Introductie in het Milieu, betreft dit geen nationale aangelegenheid maar zijn het gecentraliseerde EU-procedures. Een afgegeven vergunning voor markttoelating geldt dan ook voor alle EU-lidstaten. De EU-lidstaten stemmen over de toelating van de ggo’s en de COGEM-adviezen zijn ter ondersteuning en bepaling van de Nederlandse stempositie.

De toelatingsprocedure voor import of teelt van gg-gewassen verloopt via de European Food Safety Authority (EFSA) en die voor medicijnen en therapieën (voor mens en dier) via de European Medicines Agency (EMA). EU regelgeving bepaalt dat de laatste procedure in zijn geheel vertrouwelijk is, inclusief om welke middelen het gaat. COGEM adviezen hierover worden dan ook niet gepubliceerd.

Signalerende taak

De COGEM vult haar wettelijke informerende taak in door het uitbrengen van signaleringen aan de staatssecretaris van IenW en mogelijke andere betrokken bewindspersonen. In een signalering worden relevante ethisch-maatschappelijke argumenten rond handelingen met ggo’s, die bij besluitvorming gewogen moeten worden, beschreven. De argumenten worden op basis van wetenschappelijke inzichten en door consultatie van betrokkenen geïdentificeerd. De COGEM spreekt in haar signaleringen geen oordeel uit noch geeft zij advies aan de regering hoe te handelen.

Een verbijzondering van de informerende taak is de Trendanalyse biotechnologie die de COGEM samen met de Gezondheidsraad periodiek op verzoek van IenW, namens verschillende andere ministeries, opstelt. Deze analyses hebben als doel de politiek op hoofdlijnen te informeren over nieuwe biotechnologische ontwikkelingen en toepassingen binnen en buiten Nederland en de EU, de trends die daaraan te onderkennen zijn, de daarmee te realiseren maatschappelijke en economische kansen en de daaraan verbonden risico’s en morele en juridische aspecten.

Onderzoek

Ter ondersteuning van haar adviserende en signalerende taken kan de COGEM onderzoek door derden laten uitvoeren. Deze onderzoeksprojecten kunnen betrekking hebben op de gehele breedte van het werkveld van de COGEM.