Voorwoord

 

Na jaren van record-brekende aantallen publicaties is de COGEM in 2022 in rustiger vaarwater gekomen. De eerder uitgebrachte adviezen met generieke milieurisicobeoordelingen voor gentherapiestudies werpen hun vruchten af. De COGEM hoeft over het leeuwendeel van klinische studies met genetische gemodificeerde organismen (ggo’s) geen advies meer uit te brengen en voor aanvragers is de vergunningprocedure aanzienlijk vereenvoudigd en versneld, dit dank zij de regeling ‘Vergunningen onder vaste voorwaarden’ door het ministerie van IenW. De COGEM streeft ernaar om waar mogelijk generieke adviezen uit te brengen teneinde de stroomlijning van vergunningprocedures te ondersteunen; hierdoor wordt ook de eigen werkdruk verminderd. Ondanks het teruglopend aantal adviesvragen, blijft de werkdruk namelijk hoog. Adviesvragen over werkzaamheden worden complexer om te beoordelen. Dat reflecteert de ontwikkelingen en mogelijkheden die biotechnologie en genetische modificatie heden ten dage bieden. Er kan dieper en gerichter ingegrepen worden in het genoom en het metabolisme van organismen; nieuwe biologische systemen kunnen worden ontworpen en gebouwd. Daarnaast blijft het verbazen dat er nog steeds en zelfs met meer nieuwe organismen gewerkt wordt. De COGEM wordt gevraagd om voor elk nieuw organisme te bepalen of het ziekteverwekkend is en in welke pathogeniteitsklasse het ingedeeld moet worden. De COGEM adviseert eveneens over benodigde inperkingsmaatregelen in kassen voor genetisch gemodificeerde planten. In 2022 heeft de COGEM 32 micro-organismen en virussen beoordeeld en voor 16 planten inperkingsmaatregelen bepaald. Dit zijn vaak organismen die niet tot de bekende modelorganismen behoren en waarvan soms alleen bekend is waaruit of waarvan ze geïsoleerd zijn. Een teken dat het werkveld steeds verder uitbreidt en dat de gehele biologie onderwerp wordt.

2022 was het jaar dat Nederland de coronacrisis grotendeels achter zich liet. Voor de COGEM betekende dit dat de ledenvergaderingen in de loop van het jaar weer fysiek konden plaatsvinden. Hoewel tijdens de coronacrisis de vergaderingen naar tevredenheid digitaal konden plaatsvinden, blijken fysieke bijeenkomsten toch grote voordelen te bieden voor een goede uitwisseling van gezichtspunten en ideeën, zo ook voor wetenschappelijk discussies. Ik ben dan ook blij dat we weer bijeen kunnen komen. Er kon ook weer gedacht worden aan het organiseren van een symposium. Symposia zijn voor de COGEM een belangrijk instrument om informatie te verzamelen en kennis te ontsluiten, om verbinding te zoeken met stakeholders in het werkveld en om ontwikkelingen of trends te agenderen. Eind 2022 kon dan ook gewerkt worden aan de organisatie van een symposium over de inzet van genetisch gemodificeerde virussen ter genezing van ziekten als kankers, zo ook de beschikbaarheid van vaccins tegen infectieziekten. Daarbij speelde de vraag in hoeverre de regelgeving is toegesneden op deze nieuwe ontwikkelingen. Het symposium beoogde kansen, mogelijke risico’s en gevolgen voor beleid en regelgeving in kaart te brengen. Daarnaast werd gewerkt aan het organiseren van een bijeenkomst met onze zusterorganisaties uit Europa. Dit alles resulteerde in twee zeer succesvolle bijeenkomsten begin maart 2023 in Amsterdam.

De kracht van de COGEM ligt in de hoge kwaliteit van haar leden. In het afgelopen jaar namen vier leden afscheid, omdat hun zittingstermijn verliep. De COGEM legt vaak een groot beslag op de tijd van haar leden. Ik wil hun bedanken voor de tijd die ze vrijmaakten voor de commissie en de bereidheid om op vaak zeer korte termijn te reageren op vragen van het secretariaat. De COGEM heeft met zeer korte deadlines voor gevraagde adviezen te maken en die kunnen alleen gehaald worden door de bereidheid van haar leden om op stel en sprong te reageren.

Het zijn interessante tijden voor een wetenschappelijk adviesorgaan op het gebied van genetische modificatie en biotechnologie. De wetenschappelijke en technische mogelijkheden en toepassingen ontwikkelen zich versneld. Het kan niet anders dan dat regelgeving en risicoanalyse zich daarop aanpassen. Enerzijds mogen innovaties en daaruit voortvloeiende kansen niet onnodig worden afgeremd, anderzijds moet echter wel de veiligheid voor mens en milieu gewaarborgd blijven. Na jaren van stilstand komt er beweging In de Europese regelgeving voor ggo’s; vooralsnog is het nog onduidelijk hoe dit zal uitpakken. De COGEM zal ook in het komende jaar de ontwikkelingen volgen en analyseren, de overheid informeren en waar nodig advies uitbrengen.

 

Sybe Schaap
Voorzitter COGEM